Binnen zonder kloppenBinnen zonder kloppen De Dijk intro: C F G Em Dm Bb G Em Emsus. E--7-----7--- B--8-----10-- G--9-----9--- D--9-----9--- A--7-----7--- E--7-----7--- net voor akkoordwisselingen vaak sus4 (luister maar naar de plaat). [C F C Em Emsus. Em De straat is grijs, de nacht beneveld binnen hou ik het niet uit Daar denk ik steeds aan toen die avond ik schrik op van elk geluid Ik hoor een deur open en dicht gaan ik hoor het kraken van een tree [Dm Bb F Bb Dm C]? en al m'n hoop is op de deurknop maar die gaat niet naar benee. Dm C Bb Ze kwam binnen zonder kloppen .. Dm C ze kwan binnen zonder kloppen Dm C Bb Dm C Bb ze kwam binnen, ze kwam binnen F G ze kwam binnen zonder kloppen en ging weg zonder een woord. Ik was alleen en niet gelukking Ik brandde langzaam achteruit En iedere dag, meer vraag dan antwoord Een nieuwe krant, een oud geluid Ik wou dood, ik wou begraven met veel bloemen en bezoek En opeens, stond zij daar voor me schopte haar schoenen in de hoek. Ze kwam binnen zonder kloppen ze kwan binnen zonder kloppen ze kwam binnen, ze kwam binnen ze kwam binnen zonder kloppen en ging weg zonder een woord. intro De avond valt in duizend stukken op de straten van de stad Met bonzend hart als wichelroede zoek ik mijn verloren schat Maar het leidt tot niets, lood om oud ijzer welke deur ik ook probeer ze zijn dicht, of ze gaan open maar nooit meer, nooit meer, nooit meer als die keer Ze kwam binnen zonder kloppen ze kwan binnen zonder kloppen ze kwam binnen, ze kwam binnen ze kwam binnen zonder kloppen en ging weg zonder een woord. intro Juninummer blz. 4 - De Dijk (van 'Bloedend Hart/Nooit meer Tarzan') intro: Am F G Em F G A Am F Een zwoele bries speelt met haar haar G Em ze ligt zo rond de evenaar Am F en wit heet zand op een heet wit strand G Em tegen een blauwe achtergrond F G Em Am Een strakke hemel, lauwe zee, een palmboom ruist met haar mee F G F G A een bronzen huid, met alles uit en een glimlach om haar mond A Am A Am Ik hou van haar en zij van mij, zo ligt ze der tenminste bij F Am mij maakt ze wild maar ze vertrekt geen spier A Am A Am Ik ben vlees en ik ben bloed en dat weet zij maar al te goed F Am F Maar zij is niets dan drukinkt en papier, dat juninummer G A bladzij 4. Haar blonde haar speelt met de wind, zij weet wel wat ik prettig vind ze vindt niks naar en ze vindt niks raar, ze lacht maar in de zon ze houdt van alles wat ik doe, ze wordt nooit kwaad en ze wordt nooit moe ik hou van haar, ze ligt daar maar met die glimlach om haar mond. Ik hou van haar en zij van mij, zo ligt ze der tenminste bij mij maakt ze wild maar ze vertrekt geen spier Ik ben vlees en ik ben bloed en dat weet zij maar al te goed Maar zij is niets dan drukinkt en papier, dat juninummer bladzij 4. solo Ik hou van haar en zij van mij, zo ligt ze der tenminste bij mij maakt ze wild maar ze vertrekt geen spier Ik ben vlees en ik ben bloed en dat weet zij maar al te goed Maar zij is niets dan drukinkt en papier, dat juninummer bladzij 4. dat juninummer bladzij 4 ------------------------------------------- De Dijk - Veel nacht en weinig maan ----------------------------- -------7-------------5------- ---------9-------------6----- ----9------9------7------7--- ---9--------9---7---------7-- -7------------5-------------- intro Bm A Bm A .. e---14---- Bm A 't Was al laat, met weinig maan, ik liep naar huis, genoeg gedaan Bm A M'n warme bed, m'n lieve lief en morgen vrolijk verder. G A Uit een portiek sprak zij me aan, ik had 'r daar niet eens zien staan, G A G A Bm want er was veel nacht en zij was zwart, ze vroeg of ik haar nog kende. Ik keer haar aan, zag haar gezicht in het weinige lantaarnlicht. "Nou nee, niet echt, eerlijk gezegd, ik zou het zo niet weten." Het glinsteren van zilverpapier, haar ogen een beetje weg van hier. Bm A E F# Ze lachte wat en zei me dat ze mij niet was vergeten. Veel nacht en weinig maan We gingen naar dezelfde school, leerden dezelfde apekool. Maar ik was ouder, zij zat een aantal klassen lager. Maar ik moest haar kennen, ga maar na, de enige zwarte in de straat. Dat valt toch op in zo'n nette buurt, die tuintjes, die garages. Veel nacht en weinig maan En ik herinner me vaag, die straat weer met zo'n rozehaag om ieder tuintje en op de stoep een zwart meisje met vlechten. Een klein zwart meisje op een fiets, maar ergens klopte er iets niet. Haar pa en ma, die waren wit, dus dat waren niet de echte. [E D F#] Veel nacht en weinig maan (..x) We stonden daar, ik keek haar aan, haast even oud toen, 't kan vreemd gaan. En niet eerlijk, en niet goed, we zeiden tot ziens en het beste. En toen ik omkeek zag ik niets, geen vlechten meer, geen roos, geen fiets. Een vlammetje in een portiek, dat spoedig uit zou waaien. Veel nacht en weinig maan.